ancsosa
Tot de n-e generatie.
1 . Hendrik van Wincoop, geboren op 9 december 1840, Putten-Hoef, gestorven op 10 maart 1920, Putten (leeftijd bij overlijden: 79 jaar oud). [Bron 1]
2 . Jan van Wincoop, geboren op 12 december 1789, Putten Hoef, gestorven op 14 september 1878, Putten Hoef (leeftijd bij overlijden: 88 jaar oud), Koopman, Landbouwer. [Bron 2]
... -(X2) :
gehuwd op 27 maart 1819, Putten, met ...
...
Evertje Harms van de Veen, geboren in 1797, gestorven
... hieruit :
... gehuwd op 18 januari 1840, Putten, met ...
3 . Gerritje van Meerveld, geboren op 24 mei 1810, Putten Rookhuizen, gestorven op 15 november 1858, Putten Hoef (leeftijd bij overlijden: 48 jaar oud). [Bron 3]
... hieruit :
4 . Bessel Jans van Wincoop, geboren in augustus 1745, Putten, gedoopt op 15 augustus 1745, Putten, gestorven op 9 september 1800, Putten-Nulde (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud), Bouwman.
... gehuwd met ...
5 . Beertje Vliek, geboren in mei 1757, gedoopt op 20 mei 1757, Putten, gestorven op 21 juni 1822, Putten, Hoef (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud).
... hieruit :
8 . Jan Bessels van Wincoop. [Bron 8]
... -(X1) :
gehuwd op 3 april 1735, Putten, met ...
...
Geertje Hendriks Vliek [Bron 8x1]
...
dochter van Hendrick Hendricksen Vliek 1680-1731 en
Wijmpje Peelen 1685-1749
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
10 . Berend Gerrits Vliek, geboren in 1726, gestorven op 2 december 1756 (leeftijd bij overlijden: 30 jaar oud). [Bron 10]
... gehuwd met ...
11 . Hendrikje Gijsberts van de Mheen.
... hieruit :
16 . Bessel Jans Wincoop, geboren in 1685, gestorven.
... gehuwd op 17 juli 1712, Putten, met ...
17 . Annetje Cosijns van Diermen, geboren in 1695, gestorven in 1716, Putten (leeftijd bij overlijden: 21 jaar oud).
... hieruit :
20 . Gerrit Berends Vliek, gestorven op 2 juli 1778, Putten. [Aantekening 20]
... gehuwd met ...
21 . Aertje Lubbers. [Bron 21]
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
32 . Jan Melissen Wincoop, geboren in 1650, Putten, gestorven in 1710 (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud). [Bron 32]
... gehuwd op 29 juli 1680, Putten, met ...
33 . Aaltjen Barts. [Bron 33]
... hieruit :
34 . Cousijn Killean van Diermen, geboren op 2 juli 1647, Putten, gedoopt in 1647, Putten, gestorven in 1706, Putten (leeftijd bij overlijden: 59 jaar oud). [Bron 34]
... gehuwd in 1660, Putten, met ...
35 . Geertruijd Schaap, geboren op 20 december 1646, Putten, gestorven. [Bron 35]
... hieruit :
40 . Berend Gerrits Vliek, gestorven op 30 september 1706. [Aantekening 40]
... gehuwd met ...
41 . Evertje Wouters, gestorven op 30 september 1796. [Bron 41]
... hieruit :
64 . Melis Besselse Wincoop, geboren op 18 januari 1604, Putten, gestorven op 16 oktober 1688, Putten (leeftijd bij overlijden: 84 jaar oud). [Aantekening 64]
... gehuwd op 11 maart 1638, Barneveld, met ...
65 . Aeltien Jans van Butselaar. [Bron 65]
... hieruit :
68 . Killean van Diermen, geboren op 13 maart 1600, Putten, gestorven.
... gehuwd in mei 1625, Putten, met ...
69 . Everken Driesen, geboren op 29 november 1607, gestorven.
... hieruit :
80 . Gerrit Jans Vliek, gestorven in 1675. [Aantekening 80]
... gehuwd op 30 augustus 1657, Ermelo, met ...
81 . Gerritjen Cornelis van Veen, gestorven in 1698.
... hieruit :
128 . Bessel Jansen Wincoop, geboren in 1580, gestorven voor 19 januari 1620. [Bron 128]
... gehuwd, Putten, met ...
129 . Jeut gerritsen van Nieukerk, geboren in 1580, gestorven na 1629. [Bron 129]
... hieruit :
130 . Jan Reijers van Butselaar.
... gehuwd met ...
... hieruit :
136 . Claes Cosijnsz van Diermen, geboren in 1580, gestorven op 25 maart 1610, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 30 jaar oud), Kleermaker te Putten. [Aantekening 136]
... -(X2) :
gehuwd op 18 november 1599, Nijkerk, met ...
...
Anna Aesgen, geboren, Kampen [Bron 136x2]
... hieruit :
... gehuwd voor 1600 met ...
137 . Beertje Brants, geboren, Wageningen, gestorven.
... hieruit :
138 . Dries Maes.
... gehuwd met ...
139 . Trui Olefs.
... hieruit :
160 . Jan Jochems Vliek, gestorven op 13 februari 1665, Putten, sutor to Putten. [Aantekening 160]
... gehuwd met ...
161 . Geertjen Gerrits ten Broek, geboren op 25 mei 1699, Nijkerk, gestorven in 1652, Putterdijk. [Bron 161]
... hieruit :
256 . Jan Everts Wincoop, geboren in 1545, gestorven in 1616 (leeftijd bij overlijden: 71 jaar oud). [Aantekening 256]
... gehuwd voor 1570 met ...
257 . Geertje Melissen, geboren in 1549, gestorven in 1619 (leeftijd bij overlijden: 70 jaar oud). [Bron 257]
... hieruit :
272 . Cosijn van Diermen, geboren in 1530, gestorven. [Aantekening 272]
... gehuwd met ...
273 . Hendrikje N.
... hieruit :
320 . Jochim Vliek.
... gehuwd met ...
... hieruit :
512 . Evert Aernts Wincoop, geboren in 1530, gestorven. [Bron 512]
... gehuwd met ...
... hieruit :
544 . Claes van Diermen, geboren in 1480, gestorven in 1537 (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud). [Aantekening 544]
... gehuwd met ...
545 . Aleid Melisdr van Luxhool. [Aantekening 545]
... hieruit :
1.024 . Aernt Wincoop, geboren, Garderbroek. [Aantekening 1024]
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.088 . Pilgrom van Diermen, geboren in 1435, gestorven. [Aantekening 1088]
... gehuwd in 1461, Putten, met ...
1.089 . Bijen Casins van Luxhool. [Bron 1089]
... hieruit :
1.090 . Melis Cosijns van Luxhool, geboren in 1517, Luxhool bij Nijkerk, gestorven. [Aantekening 1090]
... gehuwd met ...
1.091 . Bya Hanegraaf. [Aantekening 1091]
... hieruit :
2.048 . Evert Wincoop, Landbouwer te Essen. [Aantekening 2048]
... gehuwd met ...
... hieruit :
2.176 . Claes van Diermen, geboren in 1400, gestorven voor 1461. [Aantekening 2176]
... gehuwd in 1436 met ...
2.177 . Eefse N, gestorven in 1463, Arian van Diermen. [Aantekening 2177]
... hieruit :
2.178 . Cosijn van Luxhool. [Bron 2178]
... gehuwd met ...
2.179 . Geertruit van Hennekeler. [Bron 2179]
... hieruit :
4.096 . Henrick Wincoop, geboren in 1385, gestorven in 1433 (leeftijd bij overlijden: 48 jaar oud). [Aantekening 4096]
... gehuwd met ...
... hieruit :
4.352 . Servaes van Diermen, geboren in 1370, gestorven. [Aantekening 4352]
... gehuwd met ...
... hieruit :
8.192 . Rynery Wincoop. [Aantekening 8192]
... gehuwd met ...
... hieruit :
8.704 . Claes Servaesz van Diermen, geboren in 1340, gestorven. [Aantekening 8704]
... gehuwd met ...
... hieruit :
17.408 . Searvaes van Diermen, geboren in 1310, gestorven. [Aantekening 17408]
... gehuwd met ...
17.409 . N N. [Bron 17409]
... hieruit :
Gerrit Berends Vlieck, minderjarig 1713, overl. Putten 02-07-1778, tr. ald. 26-04-1719 Aertje Lubbers. - 4-5-1707: Gerrit Berendsen Vlijck investitus [Aert Wulfsengoed anderen deels], successit Patri ([GA AKP] inv. nr. 326). - 10-2-1724: Een Camp Zaaijlandt groot drie schepel min 1/6 part gelegen onder den Ampte van Putten aan de Steene Camer alwaar oostw: de kinderen van Rijk Meijnten, westw: Koperen, noortw: mede Coperen en suijtw: Juffer van Deelen naast gelant sijn, toebehorende Evert Jansen en Gerberch Meijnten, eheluijden en Grietjen Meijnten geassisteert met Evert Jansen voornt: als haar momber. Ao. 1724 Den 10. Febr/: voors: Camp Zaaijlandt verkoft en getransporteert aan Gerrit Berentsen Vlieck en Aartjen Lubberts, eheluijden voor 200. g[u]lden, dit alles vermogens dorigineele vertoonde acte door de Ed. H: Huijbers, scholt van Putten namens Transporten neffens geerffden Melis Aartsen van Broekhuijsen en Jan van t Sol betekent en bezegult, breder vermelt quo relatio. Geregistr: den 6 Januarij 1729 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Hoef, fol. 22vso). - 4-3-1729: Een camp meenlandt groot omtrent twee mergen gent: PaalCampjen, alwaar oostw: Arnold Wolffsen, westw: den Heer van Staverden, suijdw Hend: van der Goot ende Noortw: de Heeren gedeputeerden naast gelegen sijn, toestendig Juffr: Henrica van Bemmel, wed: van zallr: Wijnandt Pannekoek, geassisteert met haar soon Cornelis Pannekoek, secrets: van Stoutenburgh ende rato caverende voor haar samentlijke kinderen in ehestaat bij zallr: Wijnandt Pannekoek verwekt. Den 4 maert 1729. voorn: camp meenlandt verkoft en opgedragen van Gerrit Berentsen Vlieck ende sijne erven voor een summa van 1190 gldens, dit alles vermogens d origineel vertoonde acte door de Ed: H: Huijberts, scholt van Putten, namens Transportanten neffens Geerffden Melis Aertsen van Broekhuijsen ende Jan vant Zoll getekent en verzegelt breder vermelt quo relatio. Geregistr: 6. Januarij 1729 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Putterdijk, fol. 14).
9-1-1713: Het getimmer van een huijs en drie vierde parten van een Campjen daar het huijs op staat aan de Nuldersteeg gelegen, toebehorende Reijer Aeltsen en Besseltjen Rengers Echteluijden. Ao. 1713 Den 9 Janw: beswaart met 200 gln: bij form van pandtschap voor den tijt van drie jaaren, en voorts na omgang van drie 3 jaaren van 2 jaar tot 2 jaar ten behoeff Jan Gijsbertsen in qualiteijt als momb: van het onmundige kynt van Berent Gerritsen Vlyek en Evertjen Wouters. Registr: den 2. Junij 1713 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Dasselaar en Nulde, fol. 11).
Gerrit Berends Vlieck, minderjarig 1713, overl. Putten 02-07-1778, tr. ald. 26-04-1719 Aertje Lubbers. - 4-5-1707: Gerrit Berendsen Vlijck investitus [Aert Wulfsengoed anderen deels], successit Patri ([GA AKP] inv. nr. 326). - 10-2-1724: Een Camp Zaaijlandt groot drie schepel min 1/6 part gelegen onder den Ampte van Putten aan de Steene Camer alwaar oostw: de kinderen van Rijk Meijnten, westw: Koperen, noortw: mede Coperen en suijtw: Juffer van Deelen naast gelant sijn, toebehorende Evert Jansen en Gerberch Meijnten, eheluijden en Grietjen Meijnten geassisteert met Evert Jansen voornt: als haar momber. Ao. 1724 Den 10. Febr/: voors: Camp Zaaijlandt verkoft en getransporteert aan Gerrit Berentsen Vlieck en Aartjen Lubberts, eheluijden voor 200. g[u]lden, dit alles vermogens dorigineele vertoonde acte door de Ed. H: Huijbers, scholt van Putten namens Transporten neffens geerffden Melis Aartsen van Broekhuijsen en Jan van t Sol betekent en bezegult, breder vermelt quo relatio. Geregistr: den 6 Januarij 1729 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Hoef, fol. 22vso). - 4-3-1729: Een camp meenlandt groot omtrent twee mergen gent: PaalCampjen, alwaar oostw: Arnold Wolffsen, westw: den Heer van Staverden, suijdw Hend: van der Goot ende Noortw: de Heeren gedeputeerden naast gelegen sijn, toestendig Juffr: Henrica van Bemmel, wed: van zallr: Wijnandt Pannekoek, geassisteert met haar soon Cornelis Pannekoek, secrets: van Stoutenburgh ende rato caverende voor haar samentlijke kinderen in ehestaat bij zallr: Wijnandt Pannekoek verwekt. Den 4 maert 1729. voorn: camp meenlandt verkoft en opgedragen van Gerrit Berentsen Vlieck ende sijne erven voor een summa van 1190 gldens, dit alles vermogens d origineel vertoonde acte door de Ed: H: Huijberts, scholt van Putten, namens Transportanten neffens Geerffden Melis Aertsen van Broekhuijsen ende Jan vant Zoll getekent en verzegelt breder vermelt quo relatio. Geregistr: 6. Januarij 1729 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Putterdijk, fol. 14).
Melis belaand op 7-4-1621 het goed Colthorn onder Putten
VVG genealogie fragmenten
Gerrit Jans Vlieck, j.m. v. Putten 1657, overl. v8-3-1675 n20-2-1670, otr. Putten/Harderwijk 16-08-1657, tr. Ermelo (attest.) 30-08-1657 Gerritjen Cornelis van Veen, j.d. v. Harderwijk 1657, overl. ca. 1698, dr. van Cornelis Hendricks, van Harderwijk.
Het Mollenbroek (Meulenbroek) gespleten uit Aert Wolfsgoed:
- 1670: Jan Brantse transporteert aan Gerrit Janse Vlieck het Mollenbroek.
- 1685: De weduwe Gerrit Janse betaalt …
- 20-6-1698: Joan Gerritse betaalt het versterf van zijn moeder Gerritje Cornelisen.
- 29-6-1698: Berendt Gerrits Vlieck compareert, te kennen gevende dat door het overlijden van zijn moeder dit goed bij magescheit op hem is gekomen.
- 30-9-1706: De versterven van Evertje Wolters en Berendt Gerrits Vlieck worden betaald.
4-5-1707: Jan Gisbertsen als momber van het onmundig kind Berndt Gerrits Vlieck, gen. Gerrit Berndtse Vlyeck beleend (bron ?).
- 1662: Gerrit Jans Vlieck mede als momber van zijn zuster Lubbertje tegen Henrick Jochims Vlieck over de nalatenschap van wijlen Beert Vlieck ´hoer sal. ohm´ (bron ?).
- 1674: In de saecken van Gerrit Jansz Vlieck contra Gerrit van Langen, belangende den Eijsch als bij d´Acte, admitteert het Gericht (soo in de principale saecke als in de reguarde van de Gerichte) de geproponeerde nootsaeck den 29. Augusti 1674 ([GA SIGN] inv. nr. 331, Putten, fol. 80).
- 8-3-1675: Huijs en hoff en hoffstede en omtrent drie mergen landt daar annex, daar oostw. Jan Bouw, west Gijsbert Gootschalks weduwe, zuijden de weduwe van Cornelis van de Veen en Noorden de gemeene wegh Barent Henriksen en Trijntjen Bessels, echtel.
Ao 1675 den 8. Martij beswaert met 650 gln. segge ses hondert vijfftigh gl. ten profijte van de kinderen van zal[ige]r Henrik Maessen voor de eene helffte en Jan Jochemsen Vlijck sijn kinderen, als Gerritje Cornelis van der Veen weduwe van zal[ige}r Gerrit Jansen Vlyck cum suis voor de andere helfte geregistr: den 3 sept. 1626.
Nog den 19 martii 1672 beswaert met 825 guld. ten behoeve van Bijtien Henriks Vleijk, Maes Jansen, en Aartjen Henriks, eluijden, Maas van Hasel en Gerritjen Henriks, eluijden, en Jan Winkop en Besseltje Henriks mede, echtel. met haar vieren … na. Geregistr: den 3 Octob: 1676. (doorgestreept)
Dit bovenstaande geroijeert en affgelost voor Henrik Petersen Perk en Cornelisjen Henriks, eluijden voor d´eene helfte en Steventjen Henriks voor de andere heffte op den 13. Decemb: 1679 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Hoef, fol. 2).
9-1-1713: Het getimmer van een huijs en drie vierde parten van een Campjen daar het huijs op staat aan de Nuldersteeg gelegen, toebehorende Reijer Aeltsen en Besseltjen Rengers Echteluijden. Ao. 1713 Den 9 Janw: beswaart met 200 gln: bij form van pandtschap voor den tijt van drie jaaren, en voorts na omgang van drie 3 jaaren van 2 jaar tot 2 jaar ten behoeff Jan Gijsbertsen in qualiteijt als momb: van het onmundige kynt van Berent Gerritsen Vlyek en Evertjen Wouters. Registr: den 2. Junij 1713 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Dasselaar en Nulde, fol. 11).
Melis belaand op 7-4-1621 het goed Colthorn onder Putten
Melis belaand op 7-4-1621 het goed Colthorn onder Putten
rentmeester St. Catharina-Convent te Nijkerk; bewoner van boerderij Luxool te Nijkerk; Bron-Anita Willemse
ambtenaar in Arkemheen; bewoner van boerderij Luxool te Nijkerk; werd door huwelijk mede-eigenaar van Schoutmansgoed, dat eerder in bezit was van het geslacht Van Diermen (Archief Kelnarij van Putten, 54 (Bron Anita Willemsen)
Geertijen Gerrits ten Broeck, ged. Nijkerk 25-05-1599, van Putterdijk, overl. Putterdijk 1652, begr. Putten 21-10-1652. otr./tr. ald. 08-10/15-12-1622 Jan Jochems Vlieck, ‘sutor’ te Putten, wnd. Stenenkamer te Putten, overl. Putten 13-02-1665, zn. van Jochim Vlieck, beleend met de Voordijk, en Lubbertgen Jansen. - okt. 1652: Geertgen uxor Jan Jochimsen. Eodem anno obyt op den Putterdyck Gertgen uxor Jan Jochimsen ende heefft in Octobri pro cormeda et censu capitali veraccordeert Jan Jochimsen et Henrich Jochimsen ende datelyck betaelt 50 Kar. gld. ende sall voorts nooch geven 1/8 deell Meybotteren in Maio anni subsequentis 1653. solvit. Reliquit Gertgen voors. twee kinderen, eenen soon mit naemen Gerrit woonende by den vader, nooch ongehillickt ende een dochter nomine Lubbertgen getrouwet aen den soon van Henrich Aertzen offte to Hoorntgen op den Dyck met naemen Gerrit, cui genuit .. .. .. .. .. (niet verder ingevuld) ([STAMA 441] (1652).
VVG genealogie fragmenten
Gerrit Jans Vlieck, j.m. v. Putten 1657, overl. v8-3-1675 n20-2-1670, otr. Putten/Harderwijk 16-08-1657, tr. Ermelo (attest.) 30-08-1657 Gerritjen Cornelis van Veen, j.d. v. Harderwijk 1657, overl. ca. 1698, dr. van Cornelis Hendricks, van Harderwijk.
Het Mollenbroek (Meulenbroek) gespleten uit Aert Wolfsgoed:
- 1670: Jan Brantse transporteert aan Gerrit Janse Vlieck het Mollenbroek.
- 1685: De weduwe Gerrit Janse betaalt …
- 20-6-1698: Joan Gerritse betaalt het versterf van zijn moeder Gerritje Cornelisen.
- 29-6-1698: Berendt Gerrits Vlieck compareert, te kennen gevende dat door het overlijden van zijn moeder dit goed bij magescheit op hem is gekomen.
- 30-9-1706: De versterven van Evertje Wolters en Berendt Gerrits Vlieck worden betaald.
4-5-1707: Jan Gisbertsen als momber van het onmundig kind Berndt Gerrits Vlieck, gen. Gerrit Berndtse Vlyeck beleend (bron ?).
- 1662: Gerrit Jans Vlieck mede als momber van zijn zuster Lubbertje tegen Henrick Jochims Vlieck over de nalatenschap van wijlen Beert Vlieck ´hoer sal. ohm´ (bron ?).
- 1674: In de saecken van Gerrit Jansz Vlieck contra Gerrit van Langen, belangende den Eijsch als bij d´Acte, admitteert het Gericht (soo in de principale saecke als in de reguarde van de Gerichte) de geproponeerde nootsaeck den 29. Augusti 1674 ([GA SIGN] inv. nr. 331, Putten, fol. 80).
- 8-3-1675: Huijs en hoff en hoffstede en omtrent drie mergen landt daar annex, daar oostw. Jan Bouw, west Gijsbert Gootschalks weduwe, zuijden de weduwe van Cornelis van de Veen en Noorden de gemeene wegh Barent Henriksen en Trijntjen Bessels, echtel.
Ao 1675 den 8. Martij beswaert met 650 gln. segge ses hondert vijfftigh gl. ten profijte van de kinderen van zal[ige]r Henrik Maessen voor de eene helffte en Jan Jochemsen Vlijck sijn kinderen, als Gerritje Cornelis van der Veen weduwe van zal[ige}r Gerrit Jansen Vlyck cum suis voor de andere helfte geregistr: den 3 sept. 1626.
Nog den 19 martii 1672 beswaert met 825 guld. ten behoeve van Bijtien Henriks Vleijk, Maes Jansen, en Aartjen Henriks, eluijden, Maas van Hasel en Gerritjen Henriks, eluijden, en Jan Winkop en Besseltje Henriks mede, echtel. met haar vieren … na. Geregistr: den 3 Octob: 1676. (doorgestreept)
Dit bovenstaande geroijeert en affgelost voor Henrik Petersen Perk en Cornelisjen Henriks, eluijden voor d´eene helfte en Steventjen Henriks voor de andere heffte op den 13. Decemb: 1679 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Hoef, fol. 2).
keurmedig, kerkmeester te Putten 1610, bezitter van abtsgoed Bergman en Cootmansgoed in Norden te Putten
5-9-1617: Willem Elberts Vlieck en zijn vrouw Aertje Wincops maken dispositie betreffende hun horige goederen de Olde Oven en Vlyckengoed. Oudste zoon Henrick ontvangt deze goederen en zal zijn zusters Marritjen, Geertjen en Elbertjen elk 1200 carolusgl. betalen ([GA AKP] inv. nr. 327, fasc. Vlykengoed nr. 2).
- 27-2-1618: ´Geven reverentelick te kennen Jan Rutgers als getrout hebben Elbertge Willems. Wolter Rengers als eheman van Geertgen Willems ende Johan Wolters nomine uxoris Maritgen te samen dogters van wijlen Willem Egberts Vliecken en Aertgen sijne gewesene huijsffrou olderen binnen ´s jaers beyde affgestorven.
keurmedig, kerkmeester te Putten 1610, bezitter van abtsgoed Bergman en Cootmansgoed in Norden te Putten, en Geertie Melis, keurmedig. - 1650: Lidmaat Putten buijten ´t dorp te Halvickhuijsen en Beijsteren Melis Janssen Wijncoop (obijt in sept 1652) en Mette Melis sijn huijsvrou (obijt in Aug. 1655) (R.B.S 1310.1 Lidmaten Putten 1650-1664). - 17-10-1655: Mette Melissen en die soon Bessel. 17 Octobris met die Erffgenaemen van Jan Melissen Wyncoop veraccordeert voor die koeren van haer moeder Mette en Bessel, oock voor den resteerenden hooffthyns ad 155 Kar. gld. restant de his 13-10-0 Anno 1658 11 februarius solvit 13-10-0 est totum ([STAMA 441] (1655)). - 1650: Lidmaat Putten buijten ´t dorp te Halvickhuijsen en Beijsteren Melis Janssen Wijncoop (obijt in sept. 1652) en Mette Melis sijn huijsvrou (obijt in Aug. 1655) ([GA} R.B.S 1310.1 Lidmaten Putten 1650-1664). - 1612: Proces tussen Melis Janszen Wijncop en Beert Aertsz inzake wederzijdse, in het openbaar uitgesproken, beschuldigingen voor dief (1612). Copia Ick Henrick van Arler Scholtis des Ampts Putten ende in dese als Volmachtiger des Edlen Erenfeste Jonkheer Johan van Scherpenseel Drost op Veluwen doe cont ende certificere mits desen dat voor mij ende Gerichtsluyden onderschreven gecomen ende gecompareert is Beert Aertsz olt omtrent 26 jaeren met reght daertoe genoot zijnde om getuyghenisse der waerheyt te geven ter instantie ende versoeck van Bessel Gerritse cum suis ende heeft gesyt ende getuycht waer te sijn dat hij eenige jaeren met Jan Wijncop gewoont heeft ende nyet van hem ofte sijn kinderen en weet als alles goets ende soo hij ietwas henluyden te nae mochte gesproocken hebben dat sulcx door den dranck moet geschyet zijn. T´welk hem deposant onbewust is. Dit woort voors. heeft hij voor geseyt ende nae met behoorlicken ede bevesticht als recht was in presentie van Gerichtsluyden Henrick Gerrits ende Coot Lambertsz des tot eenen waren oorconde heb ick Scholtis voors. desen neffens die Gerichtsluyden onderteyckent ende mijn zegel op spatum gedruckt. Actum Putten desen 2e maij 1612 ende was neffens een opgedruckt zegel onderschreven H van Arler d´Jong, Coot Lambertse, Henrijck Gerritsen. Copia Extract Uit seeckere contschappe bij zaliger Henrick van Arler Scholtis tot Putten belegt. In dato xi april xvic ende xii in presentie van Gerichtsluyden Henrick Roeloffse en Henrick Gerritse beneffens de Scholtis voors. handt ende opgedruckt zegel onderteyckent der Instantie van Daem ten Hoeff in t´gericht erschenen Egbert Huygen olt omtrent 40 jaeren ende Willem Wolters olt omtrent 21 jaeren ende hebben getuycht als volgt: Tuycheden Egbert Huygen deposant voors. dat omtrent vier jaer geleden hij een tonne biers inne geleyt hadde voor de jonge gesellen ende dat onder eer andere daer mede geweest sijnen Jan Wijncops sonen Melis ende Gerrit ende eene Beert Aertsz Jan Wijncops knecht. Ende dat Beert ende Gerrit twistende sijne geworden ende dat Gerrit met een mes Beert in sijn hals gesneden heeft ende gehoort dat Beert seyde, daer snijdet mij den moeter ende weerwolff soo ende dat Jan Wijncops kynderen daer nyet opgeantwoort hebben. Tuychde Willem Woltersz deposant dat hij omtrent vier jaere geleden geweest is ten huyse van Egbert Huygen daer onder andere gasten oock mede geweest sijnen Melis ende Gerrit Jan Wijncops sonen met Beert Aertsz Jan Wijncops knecht ende gesijen dat Kill Reijersz ende Beert Aertsz oneens zijnen geworden ende den anderen geslaegen ende dat Gerrit Jansz een kanne genomen heeft ende nae Beert geworpen ende Kill Reijersz daermede getroffen ende dat hij daerna zijn mes uytgetrocken ende Beert een snede in sijn hals gesneden, ende dat Beert op de deele gegaen is ende den vlegel in sijne hant genomen heeft hij deposant gehoort dat Beert seyde. O den moeter heeft mij doort lijff gemoet ende dat Melis Jan Wijncops soon daerbij heeft gestaen sonder ijetwas daertegens te seggen. Ende hyermede haer getuychenisse luidende. [Ga} Rechterlijk archief Veluwe. Inv.nr. 96, acte D) - 1621: Copia: Ik Gerlagh van der Capelle Cantzler ende Stadholder der Leenen des Fürstendomes Gelre en Graafschap Zutphen doe cond dat voor mij en mannen van Leen hiernae beschreven, erschenen is Melis Jansen Wijncoop ende heeft als oom en hulder tot behoeff van sijnes broeders wijlen Bessel Gerritsen Wijncoop onmundige soon Melis Besselsen Wijncoop genaemt t´Leen ontfangen een Wiltfürster goed met sijn toebehoren geheten Colthoorn in den Lande van Veluwen in den Kerspel van Putten gelegen suydwaart aen Sprielderbos, noort en west waart aen een erff geheyten die Cort, oostwaart aent gemeine _. Aen der Fürstendome Gelre op Graafschap Zutphen ter Zutphensen regters met een pont goet golt te verheregenwaden, Leenroerigh gelijk sulcx gemelte Melis Besselsoon Wijncoop door affsterven sijns vaders wijlen Bessel Gerritsoon Wijncoop is aengeerft ende heeft sijn oom Melis Janssoon Wijncoop voorn. van sijnes neven wegen daer aen holden ende eed van trouw gedaen ende gelooft den Staaten des Forstendoms Gelre ende Graafschap Zutphen trouw, E..ld ende gehoorsaem te sijn ende alles te doen wat een goed en getrouw Leenman sijnen Leenheer schuldigh is ende behoort te doen. Desgelijken Melis Besselssoon Wijncoop tot sijne mundige jaaren gekomen sijnde en sijne erven soo duck des noots gebeurt en desselven leen erledigt ook doen sullen beholtelijk allen gemelten Fürstendoms ende Graafschap sampt eenen yderen syns goederen regtens sonder arglist hier sijn over en aen geweest als mannen van Leen Jilles Engelen ende Frans van Wiert, bode des Hoffs van Gelderlant. Des t´oircond ende getuigenis der waarheyt heb ik Stadholder voorn. genantere Fürstendoms ende Graafschaps zegel aen deze brieff doen hangen geschiet t´Arnhem op saturdag den 7 des maents Aprilis in den jaare naa onses Heeren Saligmakers Geboorte 1621. Ende was neffens een uyt hangent zegel in rode wasse get. On J.V.Reidt ([GA] Rechterlijk archief Veluwe. Inv. Nr. 135, akte 3, volgnummer 11) - 28-9-1652: Anno quo supra is gestorven in Septembri Melis Jansen Wyncop op het goett Neudesclaesgoett in Halwickhuisen ende hebben voor syn koer veraccordeert Gerrit Melissen syn soon ende Melis Besselsen ten huyse van Roloff Steenbergen in Putten voor 100 Kar. gld. ende daetelijck betaelt 75 hfld. 11 stb. censu capitali incluso. Actem 28 Septembris. Item 19 Novembris solvit 24-9-0- .\. totum- Praedicti Melis Jansen uxor Mette Evers Sliter est mancipi cum prolibus Gerrit, Jan, Bessel et Evertgen, ex quibus Evertgen nupsit to Swoll militi ([STAMA 441] (1652)). - 17-10-1655: Met die Erffgenaemen van Jan Melissen Wyncop veraccordeert voor die koeren van haer moeder Mette en Bessel, oock voor den resteerenden hooffthyns ad 155 hgld. restant de his 13-10-0 Anno 1658 11 februarius solvit 13-10-0 est totum ([STAMA 441] (1655)).
Erfgenaam van het halve vrije Abstgoed Luxhool.
Werd nog vermeld in 1570. Zijn boer Rijkt erft het gehele goed Diermen nadat die zijn boers en zusters heeft afgegoed. In 1570 schonken Cosijn en zijn broer Rijkt 60 philipsguldens aan O.L.H Sacramentsgilde in Putten als zoengeld voor een gepleegde doodslag.
rentmeester St. Catharina-Convent te Nijkerk; bewoner van boerderij Luxool te Nijkerk; Bron-Anita Willemse
Geertijen Gerrits ten Broeck, ged. Nijkerk 25-05-1599, van Putterdijk, overl. Putterdijk 1652, begr. Putten 21-10-1652. otr./tr. ald. 08-10/15-12-1622 Jan Jochems Vlieck, ‘sutor’ te Putten, wnd. Stenenkamer te Putten, overl. Putten 13-02-1665, zn. van Jochim Vlieck, beleend met de Voordijk, en Lubbertgen Jansen. - okt. 1652: Geertgen uxor Jan Jochimsen. Eodem anno obyt op den Putterdyck Gertgen uxor Jan Jochimsen ende heefft in Octobri pro cormeda et censu capitali veraccordeert Jan Jochimsen et Henrich Jochimsen ende datelyck betaelt 50 Kar. gld. ende sall voorts nooch geven 1/8 deell Meybotteren in Maio anni subsequentis 1653. solvit. Reliquit Gertgen voors. twee kinderen, eenen soon mit naemen Gerrit woonende by den vader, nooch ongehillickt ende een dochter nomine Lubbertgen getrouwet aen den soon van Henrich Aertzen offte to Hoorntgen op den Dyck met naemen Gerrit, cui genuit .. .. .. .. .. (niet verder ingevuld) ([STAMA 441] (1652).
keurmedig, kerkmeester te Putten 1610, bezitter van abtsgoed Bergman en Cootmansgoed in Norden te Putten
In 1503 verkreeg Claes de 4 kampjes van Servaeas nl: Luxhool, Bokhorst, Bijen en Hanagraaff. In 1517 verkreeg Aleid het halve abstgoed Luxhool na het overlijden van haar vader. Als versterf werd 5 loot zilver betaald. De andere helfyt ging naar haar zus Bija, getrouwd met Jan Henriksen van Renselaar die dat ook moesten betalen.
verkreeg het halve abtsgoed Luxhool in 1517 na het overlijden van haar vader; daar werd 5 loot zilver “als versterf” voor betaald (Veluwse Geslachten, 1983, p. 261)
DNL 1949 kol 198. notitie C.P.H. 1653 no. 33. Een oudere zuster van Bye was gehuwd met Claes van Dierman (of Dyrum). Volgens het dossier „Boockhorst Majus" in het archief der keinarij van Putten, omslag no. 19, betaalde Melis van Luxool van zes morgen land uit dit erf cijns 1506—1510 en volgende jaren
Hij erft het geheld goed Diermen nadat hij zijn boers en zusters heeft afgegoed. In 1548 wordt Rijck van Diermens goed als thinsgoed vermeld. In 1570 schonken Rijkt en zijn broer Cosijn co Casijn 60 philipsguldens ann O.L.H Sacramentsgilde in Putten als zoengeld voor een gepleegde doodslag.
Erfgenaam van het halve vrije Abstgoed Luxhool.
Werd nog vermeld in 1570. Zijn boer Rijkt erft het gehele goed Diermen nadat die zijn boers en zusters heeft afgegoed. In 1570 schonken Cosijn en zijn broer Rijkt 60 philipsguldens aan O.L.H Sacramentsgilde in Putten als zoengeld voor een gepleegde doodslag.
vermeld in de veetelling van 1526: zes paarden, twaalf koeien, vijf schoppen, drie vaarzen, zes pinken, 237 schapen, drie ossen en zes varkens.
Bijen kreeg van haar boer Melis van Luxhool huisraad mee.
In hun huwelijksbrief werd bepaald door moeder Eefse, die dus al weduwe was van Claes, dat zoon Pilgrom het recht op het hof te Diermen krijgt op voorwaarde dat Eefse daar kan blijven wonen en wordt verzorgd. Ook worden de broers Servaes, Willem en Claes genoemd.
In 1481 doet Pilgrom en een erfscheiding 4 kampjes land, met de namen de Rije, de MAet, Biesenstruick en Nijeland over aan zijn broer Servaes. In 1491 worden de broers Servaes en Claes nog vermeld in de dijkrol van poler Arkemheen.
In 1503 verkreeg Claes de 4 kampjes van Servaeas nl: Luxhool, Bokhorst, Bijen en Hanagraaff. In 1517 verkreeg Aleid het halve abstgoed Luxhool na het overlijden van haar vader. Als versterf werd 5 loot zilver betaald. De andere helfyt ging naar haar zus Bija, getrouwd met Jan Henriksen van Renselaar die dat ook moesten betalen.
verkreeg het halve abtsgoed Luxhool in 1517 na het overlijden van haar vader; daar werd 5 loot zilver “als versterf” voor betaald (Veluwse Geslachten, 1983, p. 261)
DNL 1949 kol 198. notitie C.P.H. 1653 no. 33. Een oudere zuster van Bye was gehuwd met Claes van Dierman (of Dyrum). Volgens het dossier „Boockhorst Majus" in het archief der keinarij van Putten, omslag no. 19, betaalde Melis van Luxool van zes morgen land uit dit erf cijns 1506—1510 en volgende jaren
Bezitter van het goed Luxool en het aan de kelnarij van Putten behorende horige goed Groot Boekhorst;
Dienstman te Nijkerk
Dienstwijf te Nijkerk
verkreeg het halve abtsgoed Luxhool in 1517 na het overlijden van haar vader; daar werd 5 loot zilver “als versterf” voor betaald (Veluwse Geslachten, 1983, p. 261)
DNL 1949 kol 198. notitie C.P.H. 1653 no. 33. Een oudere zuster van Bye was gehuwd met Claes van Dierman (of Dyrum). Volgens het dossier „Boockhorst Majus" in het archief der keinarij van Putten, omslag no. 19, betaalde Melis van Luxool van zes morgen land uit dit erf cijns 1506—1510 en volgende jaren
In 1503 verkreeg Claes de 4 kampjes van Servaeas nl: Luxhool, Bokhorst, Bijen en Hanagraaff. In 1517 verkreeg Aleid het halve abstgoed Luxhool na het overlijden van haar vader. Als versterf werd 5 loot zilver betaald. De andere helfyt ging naar haar zus Bija, getrouwd met Jan Henriksen van Renselaar die dat ook moesten betalen.
Woonde te Harderwijk en later in Nijkerk. Beleend met land aldaar.
vermeld in 1463 (Harderwijk), 1464 (Harderwijk, recognitieboek 128 folium 164, dd. 1.2.1463 en folium 170 dd. 1.2.1464) en 1470 (schildschatting te Essen met één stuijver)
vermeld in de veetelling van 1526: zes paarden, twaalf koeien, vijf schoppen, drie vaarzen, zes pinken, 237 schapen, drie ossen en zes varkens.
woonde op het hof te Diermen; overl. Putten vóór 1461 (Veluwse Geslachten 1983, p. 260); tr. (ook zonen Servaes, Willem en Claes). (mog. identiek met Claes van Dyrom die tot de Veluwse adel behoorde en die in een oorkonde van 1435 verklaarde het verbond van Ridderschap en de steden van Gelre en Zutphen mede te hebben bezworen
(bron Anita Willemse)
bij het huwelijk van haar zoon Pilgrom in 1461 werd vastgelegd dat zij op het hof te Diermen mocht blijven wonen en dat zij daar verzorgd zou worden; zij is nog vermeld in 1463 (als Eefsen van Diermen; oud-arch. Harderwijk, regest 355, 13-11-1463).
Bijen kreeg van haar boer Melis van Luxhool huisraad mee.
In hun huwelijksbrief werd bepaald door moeder Eefse, die dus al weduwe was van Claes, dat zoon Pilgrom het recht op het hof te Diermen krijgt op voorwaarde dat Eefse daar kan blijven wonen en wordt verzorgd. Ook worden de broers Servaes, Willem en Claes genoemd.
In 1481 doet Pilgrom en een erfscheiding 4 kampjes land, met de namen de Rije, de MAet, Biesenstruick en Nijeland over aan zijn broer Servaes. In 1491 worden de broers Servaes en Claes nog vermeld in de dijkrol van poler Arkemheen.
Bijen kreeg van haar boer Melis van Luxhool huisraad mee.
In hun huwelijksbrief werd bepaald door moeder Eefse, die dus al weduwe was van Claes, dat zoon Pilgrom het recht op het hof te Diermen krijgt op voorwaarde dat Eefse daar kan blijven wonen en wordt verzorgd. Ook worden de broers Servaes, Willem en Claes genoemd.
In 1481 doet Pilgrom en een erfscheiding 4 kampjes land, met de namen de Rije, de MAet, Biesenstruick en Nijeland over aan zijn broer Servaes. In 1491 worden de broers Servaes en Claes nog vermeld in de dijkrol van poler Arkemheen.
Bezitter van het goed Luxool en het aan de kelnarij van Putten behorende horige goed Groot Boekhorst;
Dienstman te Nijkerk
Dienstwijf te Nijkerk
vermeld 1432, bij een rechtzitting te Barneveld.
vermeld in 1463 (Harderwijk), 1464 (Harderwijk, recognitieboek 128 folium 164, dd. 1.2.1463 en folium 170 dd. 1.2.1464) en 1470 (schildschatting te Essen met één stuijver)
1432 Putten. Casijn van Helle en Geertuid Dagereats sperken Servaes van Dierom aan over een deel van de kleinodien door Griete van Dierom bij haar dood nagelaten. Griete is weduww van Hendrik geweest
woonde op het hof te Diermen; overl. Putten vóór 1461 (Veluwse Geslachten 1983, p. 260); tr. (ook zonen Servaes, Willem en Claes). (mog. identiek met Claes van Dyrom die tot de Veluwse adel behoorde en die in een oorkonde van 1435 verklaarde het verbond van Ridderschap en de steden van Gelre en Zutphen mede te hebben bezworen
(bron Anita Willemse)
bij het huwelijk van haar zoon Pilgrom in 1461 werd vastgelegd dat zij op het hof te Diermen mocht blijven wonen en dat zij daar verzorgd zou worden; zij is nog vermeld in 1463 (als Eefsen van Diermen; oud-arch. Harderwijk, regest 355, 13-11-1463).
Vermeld in 1436 wanneer zij volgende de huwelijksbrief van haar broer Claes, 8 morgen land in Arkemheen, o.a. 3 kampen met de naam Spannet, Goor en Koestege en delen uit Lambertskamp krijt. Na de dood avn Servaes en Goude zal zij eveneens 200 Arnoldus guldens ontvangen.
vermeld in 1371 en 1379.
vermeld 1432, bij een rechtzitting te Barneveld.
Hij bewoonde hert goed Diermen (Dyerrum) bij Nijkerk
Vermeld in 1411 in een vrijingsbrief van het hof Dierman waaraan beleend is aan zijn boer Servaes
1432 Putten. Casijn van Helle en Geertuid Dagereats sperken Servaes van Dierom aan over een deel van de kleinodien door Griete van Dierom bij haar dood nagelaten. Griete is weduww van Hendrik geweest
Stamvader van het geslacht van Diermen op het goed/hof Diermen of Dyerum of Dijerum bij Nijkerk
Hij bewoonde hert goed Diermen (Dyerrum) bij Nijkerk
Werd vermeld in 1388 als tenonrechte op het proostgoed Wissel tegen Stine Gijse van Bockhorst, met als getuige Henrick Bostink en Claea van Diermen